maandag, december 17, 2007

Ben jij mijn vader?

Artikel Volkskrant.


Ben jij mijn vader?

De Volkskrant; 14 december 2007

Vier op de tien kinderen van gescheiden ouders verliest het contact met de biologische vader. Via de Fiom gaan ze alsnog op zoek, vaak als ze zelf vader of moeder worden. ‘Mijn vader is het toefje slagroom.’

Door Margreet Vermeulen

Actie van ‘fathers for justice’, die een omgangsregeling met hun kinderen willen, in 2005 in Den Bosch; Foto Marcel van den Bergh / de Volkskrant (Klik op de afbeelding voor een vergrote weergave.)

Is dit mijn vader? Wat een leuke vent! Ik had de nacht ervoor nog gedroomd dat het een vadsige kerel zou zijn met een bierfles in de hand.’

Lizzy Berk was een dreumes van twee toen haar ouders uit elkaar gingen. Haar moeder frustreerde de omgangsregeling en het zou 25 jaar duren voordat Lizzy haar vader weer ontmoette - in een spreekkamertje van de Fiom in Zwolle, ‘Hij had een schoenendoos onder de arm met alle ansichtkaarten die hij mij had gezonden en die mijn moeder in stukjes verscheurd had teruggestuurd.’

Jaarlijks zijn dertigduizend kinderen betrokken bij een echtscheiding. vier op de tien raakt het contact met vader kwijt. Daarnaast wordt 1 op de 3 kinderen buiten het huwelijk geboren. Als zon relatie stukloopt, merkt de vader vaak dat hij geen enkel recht heeft op contact met zijn kroost.

Het toenemend aantal scheidingen leidt ertoe dat de Fiom, een Organisatie die hulp biedt bij levensvragen als abortus en adoptie, steeds vaker verzoeken krijgt van kinderen om vaders op te sporen die door een (echt)scheiding uit beeld zijn geraakt. ‘De tijdgeest verandert’, signaleert Tom Hendriks van de Fiom in Zwolle. ‘Tot ver in de vorige eeuw leefde het onuitgesproken idee dat mannen niet strikt noodzakelijk waren voor de opvoeding.’ Ook bij de Fiom, dat zich van oudsher richt op hulp aan moeder en kind, kwam de verwekker in het verhaal lange tijd niet voor. ‘Maar opgroeien zonder vader is een gemis. Alleen al het feit dat je de helft van je genetische pakket niet kent.’

Dat mannen nog niet zo lang serieus worden genomen als het om hun vaderrol gaat, blijkt volgens Hendriks uit de besmuikte reacties op acties van mannen die een omgangsregeling eisen met hun kind. ‘Zo’n man die in een supermanpak aan een kerktoren hangt, roept lacherige reacties op. Maar als een moeder haar kinderen zo erg mist dat ze in een raar pakje een kerktoren beklimt, vinden we dat hartverscheurend.’

Lizzy Berk had een inktzwart beeld van haar vader. Haar moeder had verteld dat papa geregeld vreemd ging, dat hij losse handjes had en dat hij zelfs een keer een sigaret had uitgedrukt op de hand.

Maar er zijn ook mannen die dolblij zijn als ze worden opgespoord door hun kind. Dat overkwam Lizzy Berk. ‘Hij sprong een gat in de lucht. En zijn huidige vrouw erbij. Hij had heel graag een omgangsregeling gewild, zo bleek. Hij heeft pakken brieven en kaarten ge. stuurd. Maar mijn moeder stuurde alles terug. Op één briefkaart had ze mij als kind zelfs laten schrijven: wil geen contact. Dat was ik helemaal vergeten. Mijn vader gaf het op toen ik een tiener was -in de hoop dat ik zelf op zoek zou gaan als ik oud genoeg was.’

De wetgeving rond kinderen die betrokken zijn bij een echtscheiding is pas de afgelopen decennia verbeterd. In 1990 werd het omgangsrecht ingevoerd dat vaders en moeders het recht geeft hun kinderen te blijven zien. Vanaf 1998 blijven na het huwelijk beide gescheiden ouders gezag over hun kinderen houden. Maar de praktijk is weerbarstig.

Terwijl het besef groeit dat vaders er toe doen in de opvoeding, stijgt het aantal kinderen dat zonder (biologische) vader opgroeit. Ruim 630 duizend kinderen wonen in een eenoudergezin (voor het overgrote deel moeders) en nog eens 400 duizend kinderen wonen in een stiefgezin (veelal de moeder met een nieuwe partner). Bijna een miljoen kinderen groeit dus op zonder dat ze bij hun biologische vader wonen. In hun boek Liefde a la carte schrijven de sociaal demograaf Jan Latten en de Volkskrant-journaliste Malou van Hintom dat we in een overgangsfase zitten: op weg naar een maatschappij waarin de vrouwen steeds meer de rode draad zijn in het leven van kinderen - oftewel de moedermaatschappij.

John van der Meide, die vergeefs contact zocht met zijn vader, hoopt dat de auteurs ongelijk hebben. ‘Het zijn misschien simpele dingen die je mist: een vader die je voordoet hoe je je moet scheren, met wie je over auto’s kunt praten en die op zondag naar het voetbalveld komt als je moet spelen. Toch is dat belangrijk Ik ben een tijdje in therapie geweest waar ze een rollenspel met me deden. Opeens stond ik als het ware oog in oog met mijn vader. Ik voelde zo’n woede. Ik dacht: ik sla die man neer. Het ontbreken van een vader heeft mijn hele leven op zijn kop gezet.’

Ook bij de Fiom zijn ze niet blij met het ontluiken van een ‘moedermaatschappij’. Kinderen die zonder vader opgroeien, zijn in het nadeel. Volgens de website “Kind in de knel” toont Brits onderzoek aan dat vaderloze kinderen minder succes op school hebben, vaker drugs gebruiken en met meer psychische problemen kampen.

De meeste vaderzoekers zijn tussen de 18 en 35 jaar. Vaak wordt de speurtocht pas serieus in gang gezet als de vaderzoeker zelf vader of moeder wordt. Angelique van der Beek voltooide de speurtocht naar haar vader toen ze 26 was en zwanger. Dat was geen toeval. ‘Je wilt het ene boek sluiten voordat je aan het nieuwe begint.’

Op tafel liggen foto’s van haar vader toen Angelique drie jaar was, kort voordat haar moeder hem de deur uit zette. Een hippe, jonge vent in bruin corduroy met halflang haar en bakkebaarden blikt in de lens. ‘Toen mijn opa hoorde dat ik mijn vader ging zoeken zei hij: kind, begin er niet aan. Ik draai me nog om in mijn urn. Het is een klootzak.’ En haar moeder zei: ga je gang, maar hou mij erbuiten.

Angelique begon de speurtocht heel voorzichtig toen ze vijftien was. Ze was nieuwsgierig naar de man die ze sinds haar derde niet had gezien. ‘Hij weet dat ik besta. Waarom komt hij niet naar me toe?’ Ze achterhaalde zijn adres, maar toen ze eenmaal de moed had gevonden er naartoe te gaan was de vogel gevlogen. ‘Hij was inmiddels opnieuw gescheiden. En die vrouw wilde niets kwijt. Ze wilde mij niet belasten met haar nare verhalen, zei ze.’

Angelique zette de speurtocht een paar keer stil. ‘Want ik wist niet goed wat ik wilde. Wilde ik alleen maar weten waar hij woonde of hem een keer zien lopen? Of echt contact?’ Het zou nog negen jaar duren voordat ze eruit was en pas toen schakelde ze - met succes - de Fiom in.

Sinds vorig jaar zomer mailt Angelique met haar vader die inmiddels in Spanje woont. ‘Hij was ontroerd dat ik hem had gevonden. Hij zat met tranen in zijn ogen achter de computer. Zei hij.’

Angelique is op haar hoede. Ze heeft haar vader op het advies van de Fiom alleen een hotmailadres gegeven. ‘Ze zeiden: zodra je je mailadres, huisadres en telefoonnummer geeft, is hij onderdeel van je leven. En wil je dat?’

‘Zover ben ik nog niet. Ik wil niet dat hij zomaar kan bellen of opeens voor de deur staat. Dat wil ik niet voor de kinderen. Maar ook niet voor mezelf. Ik heb geen haast. Ik heb een gezin. Mijn leven is compleet. Mijn vader is het toefje slagroom.’

Wel barst ze van de vragen. Waarom hij haar nooit heeft opgezocht, staat met stip bovenaan. ‘Daar wil hij alleen persoonlijk antwoord op geven. Als hij me aan kan kijken. Dus dat moet wachten. Wel heeft hij gemaild dat hij jong was en stom en dat hij het meest kostbare in zijn leven heeft weggegooid. Letterlijk mailde hij dat hij bij mij en mijn moeder had moeten blijven.’

Angelique weet niet of ze dat moet geloven. ‘Hij heeft na mij nog een zoon gekregen bij een andere vrouw Daar heeft hij ook geen contact mee. Dat maakt me een beetje achterdochtig.’

Heel wat zoekers die de hulp van de Fiom inschakelen, vinden hun vader. Een naam en een geboortedatum zijn meestal al voldoende. Maar of het hernieuwde contact een succes wordt, is een gok.

‘Soms is er die klik’, vertelt Tom Hendriks die als Fiom-medewerker getuige is geweest van tientallen herenigingen. ‘Dan vallen alle puzzelstukjes op hun plek. Soms blijft men vreemden voor elkaar. Dan zie je ze denken: ben jij mijn vader? Dan klopt het beeld dat men van zijn of haar vader heeft niet met de werkelijkheid.’

Als vaders en kinderen elkaar meteen de eerste keer huilend in de armen vallen, is dat evenmin een garantie. ‘Het duurt een paar jaar voordat je kunt zeggen of de hereniging een succes is’, aldus Hendriks. ‘Hoe dan ook betekent zo’n hernieuwd contact een aardverschuiving op je persoonlijke landkaart.’

Op de eettafel spreidt Angelique foto’s uit van haar vader zoals hij er nu uitziet. Een onopvallende man. Een doorsnee vijftiger met dun grijs haar. ‘Ik voel er niets bij. Nog niet, tenminste’, grinnikt Angelique. ‘Als je me vertelt dat het de buurman is, geloof ik het ook.’

Lizzy Berk heet in werkelijkheid anders.

Geen opmerkingen: